Aardleidingcontact, uurinstelling en stekkerkleuren

Nominale bedrijfsspanningen boven 50 V

Bij nominale bedrijfsspanningen boven 50 V moet

de stekkers met aardleidingcontact en contactstift, en veiligheidskraag met hulpnok, zijn uitgerust
de koppelingen of contactdoos met aardleidingcontact en contactbus, en veiligheidskraag met groef.

De stift van het aardleidingcontact van de stekkers heeft een grotere diameter dan de andere (buitengeleider / nulleider)-contactstiften van de stekkers – en past zodoende alleen in de desbetreffende bus van het aardleidingcontact van de koppelingn of contactdoos. Door deze vastgelegde opbouw en vaste positionering van de groef van de veiligheidskraag (mag niet worden gewijzigd / verwijderd!) op de stekker en nok van de veiligheidskraag op de koppeling / contactdoos wordt het verkeerd samenvoegen van de stekkers en koppelingen / contactdoos voorkomen en verhinderd dat er – in geval van twijfel levensgevaarlijke – verwisselingen van spanningen en frequenties ontstaan.

Uurinstelling

* Uurstanden zijn niet genormeerd en daardoor vrij beschikbaar voor bijzondere toepassingen van contactmateriaal ** Niet gebruikte uurstanden

De uurinstelling toont de positie van het aardleidingcontact aan de spanningvoerende zijde bij contactmateriaal – op de afbeelding (boven) staat het aardleidingcontact van de koppelingen bijvoorbeeld op 6 uur.

De markeringskleuren van de stekkers / de stekkerkleuren (zie grafiek) geven de desbetreffende nominale bedrijfsspanning aan. De meeste gemaakte rode stekkers zijn bijvoorbeeld voor 380 t/m 480 V ontworpen – de driefasewisselspanning (400V) in Duitsland, de zwarte stekkers zijn voor industriële netten gemaakt, blauwe stekkers bijvoorbeeld voor huishoudelijke apparaten en camping, gele stekkers voor de beveiligingsspanning van schepen en groene stekkers voor onder andere bouwmachines.

Meer informatie

Aanduiding van de contactklemmen

Bij opnieuw aan te sluiten contactmateriaal moeten de contacten als volgt aangeduid worden:

Contactklemmen worden aangeduid met de symbolen L1, L2, L3 of 1, 2, 3 voor de fasen, N voor de nul (indien van toepassing) en voor aarde ⏚ of PE.
Bij een buitengeleider met een symbool voor de actieve pol L/+ en het symbool voor het beschermingscontact, zo nodig.

Bij de buscontacten van wandcontactdozen en koppelcontactstoppen met bedrijfsspanningen groter dan 50 V moet van de voorkant uit gezien het aardcontact op de juiste uurstand staan.

Uurstanden volgens EN IEC 60309-2:2023, tabel 210

Aantal polen	Frequentie	Bedrijfsspanning	Uurstand 1)
Aantal polen	Hz	V	16/20 A* 32/30 A	63/60 A* 125/100 A
1 p + N + A	50 en 60	100 tot 130	4	4
1 p + N + A	60	277	5	5
2 p + A	50 en 60	100 tot 130	4	4
		200 tot 250	6	6
		380 tot 415	9	9
		480 tot 500	7	7
		Na scheidingstrafo	12	12
	100 tot 300	boven 50	10	10
	boven 300 tot 500	boven 50	2	2
	Gelijkstrom	boven 50 tot 250	3	3
	Gelijkstrom	boven 250	8	8
2 p + N + A*	50 en 60	125/250 enkelfase	12	12
2 p + N + A	50 en 60	Na scheidingstrafo	12	12
3 p + A	50 en 60	100 tot 130	4	4
		200 tot 250	9	9
		380 tot 415	6	6
	60	440 tot 460 2)	11	11
	50 en 60	480 tot 500	7	7
	50 en 60	600 tot 690	5	5
	50 60	380 440 3)	3	3
	50 en 60	1000	-	8
	100 en 300	boven 50	10	10
	boven 300 tot 500	boven 50	2	2
3 p + N + A	50 en 60	57/100 tot 75/130	4	4
		120/208 tot 144/250	9	9
		200/346 tot 240/415	6	6
		277/480 tot 288/500	7	7
		347/600 tot 400/690	5	5
	60	250/440 tot 265/460 2)	11	11
	50 en 60	Na scheidingstrafo	12	12
	50 60	220/380 250/440 3)	3	3
	100 tot 300	boven 50	10	10
	boven 300 tot 500	boven 50	2	2
Alle Typen	Alles wat buiten deze tabel valt qua bedrijfsspanningen en/of frequenties. Deze uurstand kan ook gebruikt worden in speciale gevallen, waarbij onderscheid gemaakt moet worden ten opzichte van gestandaardiseerde posities.		1	1
* Apparaten uit de serie II genieten de voorkeur bij gebruik in Amerika en Canada. De stroomsterktes 20 A, 30 A, 60 A en 100 A gelden voor apparaten van de serie II. ^{1) De uurstand van het aardcontact is volgens het ingevulde getal. 2) Hoofdzakelijk gebruikt in scheepsinstallaties. 3) Alleen voor koelcontainers (genormeerd door ISO). De met streep (-) aangeduide standen zijn niet genormeerd.}